Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Maar] er zullen [11]herders tot haar komen met hun [12]kudden; zij zullen tenten rondom tegen haar [13]opslaan; zij zullen een iegelijk zijn [14]ruimte afweiden. 11. De vorsten der Babyloniers. Vergelijk onder hfdst.49 vs.19. 12. Heirkrachten. Vergelijk onder hfdst.49 vs.20. 13. Hebreeuws, vastmaken, hechten. Versta hierdoor de belegering van Jeruzalem. 14. Hebreeuws, hand; dat is, ruimte, plaats, gelijk elders. Zie Job 1:14.